Diagnose

Wanneer denkt uw arts aan fibromyalgie?

  • U chronische pijn heeft, op drie of meer plekken in het lichaam
  • Deze plekken zowel boven als onder de taille en zowel links als rechts in uw lichaam zitten
  • U langer dan 3 maanden last van pijn en stijfheid heeft
  • U bij het lichamelijk onderzoek geen afwijkingen heeft, behalve pijn bij druk op de tenderpoints
  • U last heeft van langdurige klachten zoals bijvoorbeeld vermoeidheid, problemen met uw concentratie, wisselende stemmingen, of niet uitgerust wakker worden.

U hoeft niet van al deze klachten last te hebben, wil uw arts de diagnose fibromyalgie stellen.

 

De diagnose fibromyalgie is lastig te stellen. De klachten, zoals vermoeidheid, pijn en stijfheid komen namelijk ook bij veel andere ziektes voor. Uw klachtenpatroon, een lichamelijk onderzoek en soms een aanvullend onderzoek geven uw arts vaak voldoende informatie voor het stellen van de diagnose. Er is nog geen test of bloedonderzoek om fibromyalgie vast te stellen en ook op röntgenfoto's is er niets te zien. Vaak wordt de diagnose fibromyalgie mede gesteld op basis van uitsluitsel van andere ziektes. Mensen met fibromyalgie hebben vaak een hele zoektocht achter de rug, soms van jaren, voordat ze met zekerheid weten dat hun klachten fibromyalgie genoemd mogen worden.

 

Vroeger werd de diagnose voor gesteld door het meten van de gevoeligheid van 18 drukpunten (tenderpoints), nu wordt dat gedaan door middel van pijnscores en symptoomscore. Bij het gebruik van de oude diagnose was er sprake van een alles of niets beoordeling; iemand voldeed wel of niet aan de criteria voor fibromyalgie. De reumatoloog drukt bij de nieuwe diagnose de ernst van fibromyalgie uit in een getal. Die score is hoger naarmate meer delen van het lichaam pijn doen en naarmate de klachten ernstiger zijn. De nieuwe criteria zijn bedoeld om de criteria uit 1990 te vervangen, maar in de praktijk wordt nog vaak gebruik gemaakt van beide manieren van diagnosticeren.

 

Oude criteria reumatoloog (1990)

  • Chronische pijn en/of stijfheid, ten minste drie maanden aanwezig, op drie of meer plekken in het lichaam, zowel boven als onder de taille, zowel links als rechts in het lichaam.
  • Het hebben van pijnpunten (11 of meer van de 18), zogenaamde tenderpoints, op afgesproken plaatsen. 

 

Welke onderzoeken komen er bij kijken?

Om na te gaan of u fibromyalgie heeft, zal uw arts allereerst een uitgebreid vraaggesprek met u houden om te onderzoeken welke klachten u precies heeft. Daarnaast zal hij u lichamelijk onderzoeken. Bij het lichamelijk onderzoek zal uw arts u onderzoeken op het hebben van tenderpoints. Mensen met fibromyalgie kunnen 18 tenderpoints hebben op het lichaam. Deze plekken zijn pijnlijk als de arts daar met een vinger op duwt. Bij veel pijn is er sprake van een 'positieve tenderpoint'. De hoeveelheid tenderpoints kan in de loop van de tijd toe- of afnemen. Daarnaast kunnen andere plekken ook pijnlijk zijn of geeft aanraking pijnklachten.

De stippen zijn de tenderpoints bij fibromyalgie.

Wanneer aanvullend onderzoek?

Uw arts kan ervoor kiezen om aanvullend onderzoek te doen. Dit kan bijvoorbeeld een röntgenfoto of een bloedonderzoek zijn. Het is belangrijk om bij het stellen van de diagnose uit te sluiten dat het om iets anders zou gaan. Bij fibromyalgie tonen aanvullende onderzoeken, zoals bloedtests of röntgenfoto's geen afwijkingen aan. Soms zal uw arts u voor een verder onderzoek doorverwijzen naar een reumatoloog.

 

Nieuwe diagnostische criteria reumatoloog (December 2010)

Onderzoek met de fibromyalgiescore

De fibromyalgiescore kan helpen om de diagnose duidelijk te maken, maar geeft ook een indruk over de ernst van de klachten. Hoe meer klachten en hoe intenser de klachten, hoe hoger de score. De fibromyalgiescore bestaat uit een optelsom van een pijnscore en een symptoomscore. De fibromyalgiescore kan oplopen van 0 tot 31, afhankelijk van de mate en intensiteit van uw klachten. Er wordt in ieder geval gesproken van fibromyalgie als u minstens 12 scoort.

De pijnscore:

Er wordt genoteerd in welke 19 gebieden van het lichaam sprake was van pijn gedurende de afgelopen week (voor elk pijnlijk gebied een score van 1). Iemand met pijn in vier gebieden van het lichaam, heeft dus een pijnscore van 4. De volgende 19 gebieden tellen mee in de score: borst, bulk, bovenrug, onderrug, nek en zowel de linker als rechter schoudergordel, bovenarm, onderarm, heup-bil gebied, bovenbeen, onderbeen en kaak. De laagst mogelijke pijnscore is 0 en de hoogst mogelijke score is 19.

 

De symptoomscore

Samen met uw arts bekijkt u of u de afgelopen week last had van een aantal vaak voorkomende klachten, en een aantal klachten die minder vaak voorkomen en hoe ernstig deze klachten waren. De symptoomscore is de optelsom van de klachten die u heeft en kan maximaal 12 zijn.

  • moeheid
  • niet uitgerust ontwaken 
  • moeite met nadenken en concentreren

 

Elke symptoom krijgt een score als volgt: 

0 = geen probleem

1 = lichte of milde problemen, meestal mild of met tussenpozen

2 = matige tot aanzienlijke problemen die vaak aanwezig zijn en/of van aanzienlijk niveau

3 = ernstig: ingrijpende, continue, het leven verstorende problemen.

 

Verder wordt nagegaan hoeveel extra symptomen iemand heeft. Daarbij wordt een lijst gebruikt met 42 voornamelijk lichamelijke symptomen, zoals een prikkelbare darm, blaasklachten, hoofdpijn of droge ogen.

0 = geen symptomen

1 = weinig symptomen

2 = aanzienlijk aantal symptomen

3 = veel symptomen

 

De symptoomscore is de som van de ernst van de drie symptomen (moeheid, niet uitgerust ontwaken en moeite met nadenken en concentreren) plus het aantal extra symptomen. Als iemand bijvoorbeeld erge moeheid heeft (score 3), matige tot aanzienlijke problemen voor wat betreft niet uitgerust ontwaken (score 2), geen problemen met nadenken en concentreren (score 0) en veel extra symptomen (score 3), dan is de symptoomscore 8.

 

 

 

 

 

 

 

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb